Justitie heeft met meerdere langdurige undercoveroperaties geprobeerd een verdachte in de Endstra-liquidatie aan het praten te krijgen. Vanaf mei 2012 heeft de recherche gedurende negen maanden (!) geprobeerd om onder meer via – massale – undercoveracties verdachte Ali Nalkarin (28) informatie te ontlokken. Die zou licht moeten werpen op de nog altijd onopgeloste en zeer geruchtmakende moord op Willem Endstra in mei 2000. De recherche verdenkt Ali Nalkarin en zijn neef Özgur Coskun al jaren van medeplichtigheid aan de de voorbereiding, maar heeft daar ondanks zeer intensief recherchewerk nooit overtuigend bewijs voor kunnen vinden. De opdracht zou volgens justitie komen van Holleeder c.s., maar ook dat is altijd een hypothese gebleven. Deskundigen bij de recherche schatten in, dat Nalkarin wellicht eerder zou gaan praten dan andere verdachten. Vanwege zijn jonge leeftijd ten tijde van het delict – hij was net twintig – zou de moord op hem de meeste indruk zou hebben gemaakt en zou hij wellicht de meeste behoefte hebben om die ‘op te biechten’.
Dat is overigens enigszins in tegenspraak met het feit dat justitie Nalkarin ook in verband brengt met de liquidatie van John Mieremet in Thailand in november 2005, en zelfs als schutter. Dat was een uiterst koelbloedige en professioneel uitgevoerde ‘hit’ die theoretisch erg lastig zou zijn uit te voeren door een jongen die geestelijk wat labieler zou zijn vanwege zijn leeftijd. Overigens is de vermeende schutter tijdens de liquidatie, de Rus Namik Abbasov, in maart 2012 in de gevangenis overleden aan een hersenbloeding. Het OM heeft de stellige overtuiging dat hij de moordenaar is en dat de andere verdachten (onder wie ook nog de voortvluchtige Ziya ‘Pascha’ Genc) het delicct hebben gefaciliteerd.
In een uiterste poging meer info te krijgen voordat het strafproces begon, heeft justitie dus een ongekend grote ‘undercovercampagne’ op touw gezet, waar ook een heel contingent Duits/Turks undercoveragenten aan heeft meegedaan. Het begint allemaal in mei 2012, als twee Duitse undercoveragenten een Brussels restaurant bezoeken, waar Nalkarin met zijn Turkse band speelt. Hij is een virtuoos speler op de saz, een traditioneel snaarinstrument, en geniet internationale bekendheid. De undercoveragenten gaan in de buurt van de band zitten en spreken hem in de pauze aan. Een van de beide mannen vraagt of Nalkiran de volgende maand op een feest voor een zakenvriend van hem wil spelen, in en Berlijns hotel. De musicus stemt in.
In juni vindt het feest in de Duitse stad plaats. Maar alle ‘zakenlieden’ voor wie Nalkarin en zijn band spelen, zijn undercover. Iedereen die het concert beluistert is een rechercheur. Eén van hen knoopt een gesprek aan met Nalkarin, en stelt voor om in Alkmaar wat samen te gaan drinken als hij ‘toevallig’ in de buurt is. Goed idee, vindt de musicus. Meerdere mensen praten met Nalkarin, hij voelt zich uitstekend op zijn gemak. Dan knoopt Een rechercheur die voorwendt, Nalkarin te willen inhuren om muziek te maken voor een website, ook een vertrouwelijk met hem aan. Weer benadrukt Nalkarin dat hij onschuldig is.
Eind augustus treffen de de rechercheur en de muzikant elkaar inderdaad. De Duits/Turkse rechercheur maakt een toespeling over zijn eigen ‘criminele verleden’. Nalkarin vertelt, ook een crimineel verleden te hebben en dat hij verdacht wordt van betrokkenheid bij de moord op Willem Endstra. Daar blijft het bij. Hij vertelt niets meer dan de rechercheur al weet uit de dossiers van zijn officiële verklaringen. Hoe justitie naar hem kijkt en dat Willem Holleeder een sleutelrol in de zaak zou spelen. Hij ontkent met overtuiging, ook maar iets met de zaak te maken te hebben. Hij vertelt bovendien, ook helemaal niets met de moord op Mieremet te maken te hebben. De rechercheurs, ook die hem in Brussel en op het feest in Duitsland spraken, hebben het gevoel, wel degelijk zijn vertrouwen te hebben gewonnen – maar het heeft tot niets geleid.
Justitie zet alles op alles en komt met een ingenieus plan. Een vrouwelijke rechercheur rijdt ‘per ongeluk’ tegen Nalkarin’s auto aan. Zij neemt de schuld op zich en biedt aan, de schade te vergoeden. Nalkarin wil eerst de schade bij daglicht zien en spreekt af later contact op te nemen. Dan laat hij weten, dat de schade meevalt en hij geen vergoeding hoeft. De – blijkbaar aantrekkelijke – vrouwelijke rechercheur laat echter blijken het toch leuk te vinden nog eens contact te hebben en een afspraakje volgt.
Dan vertelt zij, paranormaal begaafd te zijn en ook te werken als magnetiseur. Zij voelt aan dat ‘de grootste zaak van Nederland’ wel eens de oorzaak zou kunnen zijn dat Nalkarin zich – naar eigen zeggen – de laatste tijd zo slecht voelt. De rechercheur belooft hem te ‘behandelen’ daarvoor. Maar als zij tijdens een afspraak in Utrecht de zogenaamde tarotkaarten legt, die geacht worden iemand’s zieleleven bloot te leggen en vertrouwelijke info kunnen los maken, vangt ook zij bot. Opnieuw ontkent Nalkarin, ook op zwakke momenten, alle betrokkenheid bij de liquidatie(s). Dan stopt justitie met de undercoveroperaties; hoe ingenieus opgezet ook, de verdachte is niet aan het gewenste ‘praten’ te krijgen. Zijn advocaat, mr. Brigitte Roodveldt, erkent in Het Parool dat de acties ‘heel ver gaan’. ‘Het kennelijk beoogde resultaat is niet bereikt. Logisch, want mijn cliënt is onschuldig.’ Op drie juni gaat de strafzaak verder. (Bronnen: Parool, archief Camilleri e.a.)
